Begin juni heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren de jaarrekening 2023 aan de gemeenteraad gepresenteerd. Daaruit bleek dat de gemeente het jaar met een positief saldo van €10,7 miljoen euro heeft afgesloten.
“Dit hadden we zeker niet verwacht,” zegt wethouder Remboud van Iddekinge. “De accountant heeft tussentijdse winstneming op grondposities opgemaakt. Dan hebben we het met name over Tramdijk Oost fase 3. Daar zit winst in die in 2023 geboekt moet worden. Het gaat om maar liefst de helft van het bedrag, 5 miljoen euro. Een ander groot financieel voordeel kwam uit de regeling rondom de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Daar was 1,8 miljoen euro voor gereserveerd en die vrij is gekomen.”
Maar wat betekenen deze cijfers? We vragen de wethouder om uitleg.
Mensen in nood versus financiële voordelen
Het voordeel van 1,8 miljoen wil Van Iddekinge allereerst in perspectief zetten om scheve gezichten te voorkomen. “We moeten blij zijn dat er geld voorhanden is om opvang aan vluchtelingen te bieden. In Vierhuis hebben we onlangs een opvangplek gerealiseerd in een hotel. Dat moet allemaal betaald worden en dat kunnen we gelukkig. Ik snap dat zoiets wrange gevoelens op kan leveren, maar ik ben ook blij dat er geld is om dit te realiseren.”
Grondprijzen geactualiseerd
Dan de grootste meevaller: de winst op de grond in Lemmer. Hoe zit dat? Van Iddekinge: “Volgens de wet zijn we verplicht om tussentijdse winst op grond op te nemen. In Lemmer zullen ruim tweehonderd woningen komen in Tramdijk Oost. De grondprijs is onlangs geactualiseerd en die wordt vergeleken met de prijs die de grond waarschijnlijk op gaat leveren bij de verkoop. Dat leverde voor ons een grote winst op.”
Tegenvallers in het sociale domein
Het is niet alleen financiële vreugde bij de presentatie van de jaarrekening. In het sociale domein staat de gemeente De Fryske Marren voor grote uitdagingen. “De jeugdzorg is niet alleen een financiële zorg, maar de complexiteit van de problemen wordt ook steeds groter. Dat levert veel leed op bij alle betrokkenen. Daarnaast is complexe zorg enorm duur. Er ligt dus écht een probleem. De cijfers zijn niet goed, maar het leed erachter is groter.” De wethouder doelt hierbij op zorgvraag in de breedte. Het aantal personen die met jeugdzorg geholpen wordt, is stabiel gebleven.
Gemeente wil actie vanuit landelijke overheid
Tot slot zit de wethouder met vraagstukken die vanuit de landelijke overheid beantwoord moeten gaan worden. “In Den Haag wordt aan de knoppen gedraaid. “Het kan straks alle kanten opgaan. Het financieren van de gemeente gaat straks via een nieuwe systematiek. Het gaat daarbij om negentig procent van ons geld. Daarbij wordt ook direct een bezuiniging toegepast. Maar we weten nog niet om wat voor bedrag het gaat. Het is moeilijk om te plannen als je niet eens ministers hebt.”