Boer Hans Kraak uit Echtenerbrug kijkt op zijn erf toe hoe sloopmachines hun werk doen. Zijn melkveebedrijf aan het Krompad wordt gesloopt. De melkerij is verkocht en een groot deel van zijn 190 koeien heeft een nieuwe plek gevonden. “Ik heb dit werk altijd met veel plezier gedaan. Nu houdt het op, en dat doet zeer.”
Kraak is een van de 52 Friese veehouders die zich hebben aangemeld voor de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (LBV), een regeling van de overheid om de stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden te verminderen. Friesland telt momenteel ruim 6200 landbouwbedrijven. Steeds meer boeren staan voor de moeilijke keuze om te stoppen. Waar velen nog twijfelen, heeft Kraak de knoop doorgehakt.

Geen risico’s meer
Zijn bedrijf lag op twee locaties, waarvan een op slechts 800 meter van het Natura 2000-gebied Brandemeer. “We zijn geen piekbelaster, maar we vrezen toch voor de toekomst. Ik ben bang dat de regelgeving steeds strenger wordt, en dat we op den duur geen kant meer op kunnen. Daarom hebben we deze keuze gemaakt.”
Voor Kraak was het niet alleen een zakelijke beslissing, maar ook een emotionele. “Ik had een opvolger, een jongen die dit prachtig werk vond, maar hij durfde het niet aan. Dat maakte het extra moeilijk.” De sloop is ingrijpend: niet alleen de stallen verdwijnen, maar ook de bodems van de putten worden verwijderd. Alles wordt teruggebracht naar de oorspronkelijke staat.

Natuurtuin met een knipoog
Naast de LBV-regeling maakt Kraak gebruik van de ‘Rood-voor-Rood’-regeling. Voor elke duizend vierkante meter gesloopte gebouwen mag hij een woning bouwen. Dit betekent dat hij drie woningen kan realiseren op zijn gesaneerde locaties. “Mijn vrouw en ik bouwen een woning op de locatie die het dichtst bij het Brandemeer ligt. We hebben anderhalve hectare grond en willen daar een natuurtuin van maken, vergelijkbaar met het Brandemeer. Het gebied dat ons altijd dwarszat, daar willen wij nu iets moois van maken,” zegt hij met een lach.

Wanneer de laatste machines zijn erf verlaten, zal het stiller worden op het Krompad. “Een groot deel van de koeien heeft een nieuw thuis bij andere boeren. Daar heb ik een goed gevoel over. Het was moeilijk om ze te zien vertrekken, maar uiteindelijk overheerst een goed gevoel. We sluiten een hoofdstuk af, maar beginnen ook iets nieuws.”