Voor de 96-jarige Jantsje Bakker-Sipkema staat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog nog vers in haar geheugen gegrift. Ze was elf jaar oud toen in 1940 de Duitsers Friesland binnenmarcheerden. Nu, 80 jaar na de bevrijding, blikt de oud-inwoonster van Terkaple terug op haar tijd als tiener in de oorlog.
“Ze kwamen met veel materiaal over de brug die naast onze boerderij stond,” vertelt ze. “Ik kroop onder de tafel van angst. Het waren allemaal Duitsers, het was verschrikkelijk.”
Dreiging, gevaar en bijzondere momenten
Opgegroeid op een boerderij aan de Buorren in Terkaple, samen met haar ouders, twee broers en een zus, maakte Jantsje de oorlog van dichtbij mee. Ondanks de spanningen had het boerenleven ook voordelen: er was altijd genoeg te eten.
“Op een boerderij valt het altijd mee,” zegt ze nuchter. “We hebben het nooit armoedig gehad. We hadden een groentetuin en mensen uit het hele land kwamen bij ons eten. En ja, er waren ook onderduikers. Daar heb ik van alles mee beleefd. Het klinkt misschien raar, maar dat was ook wel weer een mooie tijd.”

Maar het waren ook jaren vol dreiging en gevaar. Op weg naar school zag ze hoe een bom insloeg op de Lange Dyk in Akmarijp, een beeld dat haar nog altijd helder voor ogen staat.
“Ik was onderweg naar de mulo en al een eindje op de fiets toen een vliegtuig een bom liet vallen. Die bom kwam op de weg. De hele weg was vernield. Dat was een angstig moment. Ik schrok er ontzettend van.”
Engelse vliegtuigen vlogen voortdurend over, en het leven werd gekenmerkt door beperkingen. “Je deed ’s avonds helemaal niks omdat je niet op straat mocht zijn. En je zag weleens dat mensen werden opgepakt,” herinnert ze zich.

De Bevrijding
De bevrijding kwam voor Joure op 15 april 1945. De Canadezen trokken het dorp binnen met tanks en legerauto’s, een moment van uitzinnige vreugde.
“De tanks waren fantastisch. Ik heb bij de Canadezen op de tanks gezeten. Wat heb ik daar een plezier van gehad, haha. We gingen feestvieren, het was heel bijzonder.”
Maar de oorlog was nog niet overal voorbij. In Scharsterbrug werd nog gevochten. Nieuwsgierig fietste Jantsje met vrienden naar de plek des onheils.
“We wilden wel even die overleden Duitsers zien. Dat was heel apart om te zien. Eigenlijk niet om aan te zien, maar toch deden we dat. Een man zei toen tegen ons: ‘Deze soldaat heeft ook een moeder.’ Dat was voor mij het realisatiemoment. Toen besefte ik echt: ze zijn weg. Het is voorbij.”