Tramcabine uit Utrecht krijgt tweede leven in Ouwsterhaule: “Wij waren meteen enthousiast”

Tramcabine uit Utrecht op transport naar Ouwsterhaule

Het Nationaal Openbaar Vervoer Museum in Ouwsterhaule heeft er een bijzondere aanwinst bij: een originele cabine van een Utrechtse sneltram. De tram, die vroeger reed in de omgeving van Nieuwegein, kreeg uiteindelijk een plek op het buitenterrein van het museum nadat eerdere plannen stukliepen.

“Eigenlijk zou de tramcabine in het gemeentehuis komen, maar dat bleek logistiek niet haalbaar vanwege het gewicht,” vertelt museumvoorzitter Ger van der Zee. Daarna zou de cabine naar het inmiddels failliete Nationaal Museum voor Openbaar Vervoer gaan. Uiteindelijk kreeg het museum in Ouwsterhaule de vraag of zij interesse hadden – en dat hadden ze. “In het bestuur hebben we dit besproken en we waren meteen enthousiast,” aldus Van der Zee.

De tramcabine (foto: Radio Spannenburg, Nelie de Vries)

Plezierritje

De cabine arriveerde onlangs in Ouwsterhaule, vervoerd door Brouwer Zwaar en Speciaal Transport. Chauffeur Jos Brouwer, inmiddels gepensioneerd maar nog nauw betrokken bij het familiebedrijf, bracht de bijzondere lading persoonlijk. “We vervoeren wel vaker trams, tot wel 26 meter lang. Dit was maar een klein stukje, maar wel een leuke klus,” vertelt hij.

Brouwer herinnert zich ook een eerdere rit naar het museum. “Zo’n dertien jaar geleden hebben we hier een andere tram afgeleverd, de zogenoemde ‘bloedneus’. Die staat nu binnen. Dus ik vond het extra leuk om nu weer terug te zijn.”

Aankomst van de Tramcabine (foto: Radio Spannenburg, Nelie de Vries)

Een interactieve beleving voor kinderen

Hoewel het slechts om een cabine gaat – zonder wielen – ziet het museum er veel mogelijkheden in. “Het zou prachtig zijn als kinderen straks in de cabine kunnen stappen en zich even trambestuurder voelen,” zegt Van der Zee enthousiast. “We willen een scherm plaatsen met beelden uit Utrecht, zodat het echt gaat leven.”

Voordat het zover is, moet er nog wel wat gebeuren. “Er ontbreekt nog een achterwand met deur, en de cabine staat nog niet helemaal recht. Maar dat komt binnenkort goed. We zijn overrompeld met dit aanbod, het ging allemaal erg snel,” legt Van der Zee uit. Bovendien moet het museum zijn prioriteiten goed afwegen: “Onze inkomsten komen vooral uit busritten, dus onderhoud aan onze bussen heeft nu nog even voorrang.”

Ger van der Zee, voorzitter NOV Museum (foto: Radio Spannenburg, Nelie de Vries)

Historie en toekomst op één plek

De tramcabine is een overblijfsel van de eerste generatie sneltrams die sinds 1975 tussen Utrecht en Nieuwegein reden. “Voor die tijd waren ze heel modern,” herinnert Brouwer zich. “Maar inmiddels zijn de trams van lichter materiaal en vaak een stuk langer – tot wel veertig meter.”

Hans Eisma
Hans Eisma
Journalist, met als specialisatie politiek en presentator van het programma Gaastnijs.

Gerelateerd nieuws